Stich­ting Terugfokprogramma

Geschie­de­nis van­af 1973:
Een nieuw begin voor de Smous

Het eer­ste deel over de geschie­de­nis van de Smous ein­dig­de met de opmer­king dat de ras­ver­e­ni­ging tij­dens de Twee­de Wereld­oor­log was opge­hou­den te bestaan en dat het na 1949 hele­maal stil werd rond­om de Smous, er werd geen enkel nest meer gefokt. Het leek het defi­ni­tie­ve ein­de van de Hol­land­se Smoushond.

En ja, het zou vijf­en­twin­tig jaar stil blij­ven voor­dat de dames Mia van Woer­den en Riek Bark­man in 1973 de kop­pen bij elkaar sta­ken en plan­nen ont­wik­kel­den om de Hol­land­se Smous­hond toch weer nieuw leven in te bla­zen. Ze had­den alle­bei heel goe­de her­in­ne­rin­gen aan dat gele hond­je uit hun jeugd. Ze vroe­gen zich af of het moge­lijk zou zijn dit oude ras te recon­stru­e­ren en ze beslo­ten op zoek te gaan naar look-alikes.

Wijst­hoorns Amber, een van de eer­ste mooie ‘moder­ne’ Smoushonden.
Eer­ste nest krui­sing Bor­der­ter­ri­ër van Mevrouw Bark­man met een gevon­den rasloze hond.

Al vrij snel haak­te Mia van Woer­kom af en de uit­voe­ring van deze plan­nen zou neer­ko­men op het door­zet­tings­ver­mo­gen van Riek Bark­man. Zij zet­te diver­se oproe­pen in kran­ten en ande­re bla­den met een foto van Jopie, het Smous­je van een van haar jeugd­vrien­din­nen erbij en er kwa­men héél veel reac­ties. Dat gro­te aan­tal reac­ties had onge­twij­feld te maken met de onge­ken­de popu­la­ri­teit van de poe­del toen­ter­tijd. Over­al in Neder­land lie­pen poe­dels los rond. Los en loops … dus er waren nog­al wat hond­jes die best veel op een Smous­je leken. Op al deze reac­ties moest natuur­lijk wor­den gere­a­geerd. Dat werd een gigan­ti­sche klus voor een vrouw die, behal­ve met haar eigen Bor­der Ter­ri­ër, geen enke­le erva­ring had in de hon­den­we­reld. Geluk­kig heeft ze in de begin­ja­ren veel steun onder­von­den van de heer Mar­tin van de Weij­er, keur­mees­ter en des­tijds secre­ta­ris van de Raad van Beheer, die haar pro­ject van har­te ondersteunde.

De hui­di­ge fok­ke­rij vindt zijn oor­sprong bij der­tig van deze ‘von­de­lin­gen’. De eer­ste keer dat een Bor­der werd gebruikt, de teef van mevrouw Bark­man zelf, was het al met­een raak. Ze paar­de haar Bor­der aan een von­de­ling Smous en dat lever­de met­een een voor­beel­dig typi­sche Smous­hond op!

In 1983 en 1984 zijn nog eens vier Bor­der Ter­ri­ërs gebruikt, reu­en dit­maal. De posi­tie­ve eigen­schap­pen die de Bor­der Ter­ri­ër inbracht, waren de goe­de maat, het kor­te hoofd, het zeer don­ke­re oog, de mooie staart, de har­de vacht en het zeer vrije en mens­ge­rich­te karakter.

Elke hond werd twee of drie keer in zijn leven bezocht: de eer­ste keer in het nest met zeven weken, daar­na op een leef­tijd van zeven maan­den bij de nieu­we eige­naar en ten­slot­te opnieuw als vol­was­sen hond.

Eerst deed Riek Bark­man dit alleen, later samen met Fre­die van der Gies­sen. Fre­die had Riek ont­moet toen zij, op zoek naar een hond voor zich­zelf, een hon­den­ten­toon­stel­ling bezocht waar Riek met een hele serie Smous­jes in spe het pau­ze­pro­gram­ma ver­zorg­de. Het klik­te tus­sen Fre­die en Riek ‑en tus­sen Fre­die en de Smous­jes- en van­af 1979 gin­gen de dames samen op pad. Elke woens­dag, het hele land door.

Fre­die en Riek op nestbezoek
Riek Bark­man, over­le­den in 2008.

Alle gege­vens over de hon­den wer­den nauw­keu­rig vast­ge­legd en geca­ta­lo­gi­seerd en elke hond werd gefo­to­gra­feerd. Rieks fok­be­leid was hel­der, alles draai­de om gezond­heid en karak­ter. Uiter­lijk was van onder­ge­schikt belang. Hon­den die niet gezond waren of die een afwij­kend karak­ter had­den, wer­den uit­ge­slo­ten van de fok­ke­rij. Al deze gege­vens wer­den vast­ge­legd en bewaard in vele, vele fotoboeken.

Er wer­den heel wat kilo­me­ters afge­legd en de kos­ten lie­pen hoog op. Fre­die en Riek namen con­tact op met een inspec­teur van de belas­tin­gen en Riek over­tuig­de de man ervan dat hun werk cul­tu­reel erf­goed betrof dat in stand gehou­den moest wor­den. In1985 werd door Riek Bark­man en Fre­die van der Gies­sen de Stich­ting Terug­fok­pro­gram­ma Hol­land­se Smous­hond opge­richt en via de Stich­ting kre­gen ze belas­ting­af­trek voor de gemaak­te kosten.

Helaas werd Riek ziek en wer­den al die rei­zen te belas­tend voor haar. Voor Fre­die was het in haar een­tje ook niet meer te com­bi­ne­ren met haar werk en er werd beslo­ten om het beschrij­ven van de nes­ten anders te organiseren.

De pups in het nest wer­den op een leef­tijd van onge­veer zeven weken nog wel bezocht, beschre­ven en gefo­to­gra­feerd. Maar van­af het jaar 2000, als de hon­den rond de ander­half jaar oud waren, werd het hele nest, inclu­sief de moe­der- en de vader­hond, uit­ge­no­digd op een zoge­naam­de RITS­dag, een dag waar­op een inven­ta­ri­sa­tie wordt gemaakt van de resul­ta­ten van de fok­ke­rij. Ook wer­den er dagen geor­ga­ni­seerd waar­op het gedrag van som­mi­ge hon­den nader werd bekeken.

De RITS­da­gen wor­den tot op de dag van van­daag meest­al vier keer per jaar gehou­den. Ook de gedrags­tes­ten vin­den meest­al vier keer per jaar plaats. En deze nieu­we manier van de hon­den beschrij­ven en foto­gra­fe­ren werd natuur­lijk niet meer door slechts één of twee vrou­wen gedaan. Er is een groot aan­tal vrij­wil­li­gers actief tij­dens deze dagen: gast­vrou­wen, keur­mees­ters, foto­gra­fen, men­sen die de toe­ge­stuur­de vra­gen­lijs­ten met de eige­na­ren bespre­ken en men­sen die een klei­ne gedrags­test afne­men tij­dens de RITS­da­gen. Ook bij de gedrags­tes­ten zijn veel vrij­wil­li­gers actief.

Ondanks deze nieu­we manier van inven­ta­ri­se­ren en ondanks de vele vrij­wil­li­gers, blijft het een enor­me klus om alle hon­den te bekij­ken en te beoor­de­len. Maar wel een klus die zijn vruch­ten afwerpt. De moder­ne Smous is een zeer geliefd gezins­hond­je met zijn vro­lij­ke en vrien­de­lij­ke karak­ter, zijn intel­li­gen­tie, aan­han­ke­lijk­heid en zijn levendigheid.