Al vrij snel haakte Mia van Woerkom af en de uitvoering van deze plannen zou neerkomen op het doorzettingsvermogen van Riek Barkman. Zij zette diverse oproepen in kranten en andere bladen met een foto van Jopie, het Smousje van een van haar jeugdvriendinnen erbij en er kwamen héél veel reacties. Dat grote aantal reacties had ongetwijfeld te maken met de ongekende populariteit van de poedel toentertijd. Overal in Nederland liepen poedels los rond. Los en loops … dus er waren nogal wat hondjes die best veel op een Smousje leken. Op al deze reacties moest natuurlijk worden gereageerd. Dat werd een gigantische klus voor een vrouw die, behalve met haar eigen Border Terriër, geen enkele ervaring had in de hondenwereld. Gelukkig heeft ze in de beginjaren veel steun ondervonden van de heer Martin van de Weijer, keurmeester en destijds secretaris van de Raad van Beheer, die haar project van harte ondersteunde.
De huidige fokkerij vindt zijn oorsprong bij dertig van deze ‘vondelingen’. De eerste keer dat een Border werd gebruikt, de teef van mevrouw Barkman zelf, was het al meteen raak. Ze paarde haar Border aan een vondeling Smous en dat leverde meteen een voorbeeldig typische Smoushond op!
In 1983 en 1984 zijn nog eens vier Border Terriërs gebruikt, reuen ditmaal. De positieve eigenschappen die de Border Terriër inbracht, waren de goede maat, het korte hoofd, het zeer donkere oog, de mooie staart, de harde vacht en het zeer vrije en mensgerichte karakter.